|
Albert Bontridder (born April 4, 1921 in Anderlecht) is a Belgian architect and writer. In 1953 he married Olga Dohnalova, a Czech refugee, and together they had two children. He graduated as an architect in 1942. As an architect, he made the plan for the house of his friend Louis Paul Boon. He was an editor of the experimental illustrated magazines ''Tijd en Mens'' (E: Time and Man) (1949–1955) and ''Kentering'' (E: Change) (1966–1977). He published his first poems he in French and he made his actual debut with ''Hoog water'' (E: high tide) (1951). ==Bibliography== * Poésie se brise (poetry, 1951) * Hoog water (poetry, 1951) * Dood hout (poetry, 1955) * Bagatelle – hangende vis (poetry, 1960) * Jacques Dupuis ou l'architecture perdue et retrouvée (monography, 1961) * Dialoog tussen licht en stilte (studie, 1963) * Open einde (poetry, 1967) * De bankreet ''vader'' (anthology, 1968) * Ook de nacht is een zon (poetry, 1969) * Zelfverbranding (poetry, 1971) * Gedichten 1942–1972 (1973) * Voor een waterdruppel (poetry, 1975) * Vingerknippen naar een vlinder (poetry, 1976) * Een brug slaan (poetry, 1977) * Huizen vieren haat (poetry, 1979) * Gevecht met de rede. Leo Stijnen : leven en werk (essay, 1979) * Inleiding tot de poëzie van Marcel Wauters (1981) * Brussel : poëzie over een stad (1981) (and other authors) * Een oog te veel (poëzie, 1984) * Poésie flamande d' aujoud'hui (essay, 1986) * Marcel Coole vierde onlangs zijn 80ste verjaardag (article, 1994) * Versnipperde intenties (poetry, 1997) (and other authors) * Is de acacia mij bekend (poetry, 1999) 抄文引用元・出典: フリー百科事典『 ウィキペディア(Wikipedia)』 ■ウィキペディアで「Albert Bontridder」の詳細全文を読む スポンサード リンク
|